In het boek ‘Het verstrooide brein’ van Gabor Maté lees ik over ADD. Deze diagnose kreeg ik een paar jaar geleden, toen ik het UWV ervan moest overtuigen dat ik uitgeput was. De ADD-sticker die de psychiater op mijn voorhoofd plakte, trok ik er weer rap vanaf. Niet iedereen hoefde dat te weten, toch?
In de tijd dat ik nog een jonge deerne was – tot ongeveer een jaar of vijf geleden – probeerde ik mij zo normaal mogelijk te gedragen. Reeds als kind gedroeg ik mij soms anders dan anderen, maar dankzij een ijzersterke discipline deed ik er alles aan om daar niet aan toe te geven. Met de jaren verfijnde ik mijn talent om te doen alsof het uitstekend ging met mij: ik kon heel goed studeren; ik verveelde mij nooit; ik bezat een eindeloos geduld en ik kon vooral heel goed glimlachen. Hierin werd ik zo goed dat niemand meer door had dat ik toneelspeelde, ikzelf incluis. Ik was mijzelf, althans dat dacht ik. Toch gedroeg ik mij op mijn werk anders dan thuis. Thuis was het veilig genoeg om mijn somberheid, chagrijnige buien en woedeaanvallen de vrije loop te laten. Het was niet verwonderlijk dat mijn exgenoot daar moeite mee had en ik geloofde dat de spanning tussen ons mijn schuld was. Ík deed toch iedere keer moeilijk? Ík werd toch steeds boos of raakte van slag? Was ik dit? Nee toch!?
Achteraf is het evenmin verwonderlijk dat ik in burn-out belandde. De aanloop daartoe kan iedereen in mijn boek lezen. Dertien intens lange jaren had ik nodig om te zien dat het roer he-le-maal om moest. Sinds enkele jaren weet ik hoe ik voor mijzelf moet opkomen en durf ik toe te geven dat ik gewoon gek ben. Lekker gek.
Maté vermeldt in zijn boek dat een ADD’er niet van ervaring leert. Je meent het? Net als kleine kinderen bestaan er voor mij twee soorten tijd: het nu en het niet-nu. Daarbij is het niet-nu oneindig. Maté noemt dat ‘tijdblindheid’. Dus als ik een afspraak heb, beschik ik voor mijn gevoel nog over oneindig veel tijd. De afspraak is per slot van rekening straks, in het niet-nu. Pas als het te laat is, kom ik erachter dat ik niet op tijd zal komen, wat iedere keer weer tot enorme stress leidt.
Regelmatig schiet mijn lief in de lach tijdens het eten. In mijn rechterhand houd ik dan een volgeladen lepel en in mijn linkerhand een volgeladen vork, terwijl ik er echt maar één in mijn mond kan stoppen.
Een pan schraap ik minutieus uit, tot er echt helemaal niets meer in zit. Bij mij moet het onderste uit de kan, letterlijk en figuurlijk.
Soms ben ik zo afwezig dat ik mijn lief niet meer zie of hoor, zoals ik ook stuurloos kan raken als teveel verschillende geluiden of gepraat van mensen mij overprikkelt.
Ook het schrijven van deze blog verloopt bepaald niet in één rechte lijn. Ik raak gemakkelijk afgeleid en verdwaal in diverse zijstraten. Allemaal interessante onderwerpen die stuk voor stuk mijn aandacht opeisen, tot ik mij één of twee uur later herinner dat ik met mijn blog bezig was. Het is moeilijk om mijn gek-zijn uit te leggen aan anderen. Toch heb ik dat jarenlang tot uitputting toe geprobeerd, aan familie, vrienden en aan mijn werkgever en het UWV. Dat ADD-stickertje bezat ik toen nog niet. Pas toen ik volledig uitgeput was van stress en schaamte lukte het mij om te stoppen met uitleggen. Gaandeweg verdween ook die drang om mij maar zo ‘normaal’ mogelijk te gedragen.
Nu ik dan wat ouder ben geworden, ben ik niet langer streng voor mijzelf. Wijs mij maar af als je vindt dat ik gek ben. Je moet namelijk wel goed gek zijn als je, zoals ik, weigert mee te doen met die QR-idiotie, terwijl ik zo graag onder de mensen ben. Helemaal nu de horeca weer open is. Niet dat ik ongevoelig ben geworden, maar ik laat mij niet meer van mijn stuk brengen door afwijzing. Zelfs niet toen een serveerster van een restaurant waar ik al ruim tien jaar wekelijks kom, mij buitengewoon onvriendelijk de deur wees na mijn vraag of ik even naar het toilet mocht. Zelfs niet toen ik vanwege 2G-beleid niet welkom was bij de uitvaart van een geliefde tante.
Het heeft even geduurd, maar inmiddels kan ik trots verklaren: ik ben lekker gek. Dat helpt mij om mijn eigen koers te blijven varen, ook als dat tegen de stroom in is. Veel normale mensen laten zich steeds weer manipuleren tot vaccinatie. Niet om gezondheidsredenen, maar om maar niet te worden buitengesloten. Ik voel mededogen met hen en zou hen bijna enige gekte toewensen.
Februari 2022