Na een heerlijke zonnige en ontspannen dag aan zee werd de hemel plotseling donker en barstte het onweer los nog voordat ik kon schuilen. Nu ben ik gelukkig gek op natuurgeweld, onweer, felle lichtflitsen en knetterende donder. Lang geleden belandde ik tussen de eilanden van Griekenland in een vliegende storm. We voeren met ongeveer honderd mensen in een scheepje naar het eiland Santorini. Het gemoedelijke weer veranderde in een ommezien in een heftige storm. Bijna alle passagiers werden zeeziek en de kleine boot had de grootste moeite om koers te houden waardoor de tocht tot ver in de donkere avonduren duurde. Ik was zo ongeveer de enige die niet ziek werd en terwijl ik mij stevig vasthield aan de reling, met beide voeten op het dek, bewonderde ik de maan die steeds weer omhoogschoot en naar beneden donderde. De imposante golven beukten tegen het nietige scheepje en ik genoot volop van dit natuurgeweld. Probleemloos gaf ik mij over aan het gevoel dat de natuur zich door niets laat tegenhouden en ik wist: wij, primitieve mensjes, hebben daar geen enkele zeggenschap over.
Wat zou ik mijzelf toch graag op eenzelfde zorgeloze manier overgeven aan mijn innerlijke uitbarstingen. Vooralsnog lukt mij dat niet. Onlangs, tijdens een zomerse dag, doorboorde een prikkel mij weer eens als een trefzekere speer. Het raakte mij zo diep, tot aan een bekend innerlijk (kind)trauma, dat alle innerlijke processen die ik de laatste jaren in kaart heb naar boven bracht... voor de zoveelste keer. Emoties die hierbij oncontroleerbaar naar boven komen drijven zijn woede, pijn, angst, een enorm laag zelfbeeld én verdriet. En als klap op de vuurpijl volgt een oordeel: “Kolere Loes, dit ken je nu zo langzamerhand toch wel? Schei nu eens uit met dat gedoe!”
Deze heftige emoties zijn sterker dan mijn stellige voornemen om ze in liefde toe te laten. En het enige dat ik tijdens zo’n uitbarsting wil is ze allemaal zo snel mogelijk uitschakelen. Weg met jullie! Het is volstrekt ontoelaatbaar dat ik mijn woede en pijn uit, maar toch gebeurt dat. Met als gevolg, nóg meer woede, pijn en zelfoordeel. In deze volledige verwarring verlies ik alle controle en loop ik rond als een kip zonder kop.
Vriend J. ziet mijn wanhoop en vraagt wat ik nodig heb. Hij vertelt mij dat hij is geïnspireerd door het vijfstappenplan van Tsultrim Allione en dat hij oefent om zijn demonen te voeden. Ja, dat wil ik ook. “Waar voel jij de woede?” vraagt J. Ik bespeur een stekelig gedrocht in mijn borstkas. Aan de hand van andere vragen onderzoeken we dit monster en gaandeweg nestel ik mij in dit wezen.
Het zegt korzelig: “Ik maak jou duidelijk dat ik mij gevangen voel en mij niet kan uiten. Ik moet zo worstelen om naar buiten te kunnen.”
“Wat heb je nodig?” vraagt J.
“Acceptatie dat ik er mag zijn,” luidt het antwoord. Dat begrijp ik, want ik stuur het iedere keer weer genadeloos weg. Ik heb al zoveel boosheid in mijn jeugd meegemaakt, dat ik er niets meer van wil weten.
“Hoe ga jij je voelen als je krijgt wat je wilt?” vraag ik het.
“Dan kan ik mij ontspannen en durf ik mijn kwetsbaarheid te laten zien.”
J. stimuleert mij een bron van zuivere nectar te creëren in mijn lichaam. Ik hoor het wezentje vol dankbaarheid smakken en ondertussen zie ik hoe het de stekels intrekt. Een zacht en kwetsbaar velletje wordt zichtbaar. Snorrend gaat het liggen en dommelt weg.
Al eerder schreef ik dat er eerst chaos moet zijn, voordat er transformatie kan plaatsvinden. Chaos en verlies van houvast zijn de beste ingrediënten om je te bevrijden van wat vastzit. Zoals in de natuur het onweer of een storm alle tijd en ruimte krijgen om te ontladen. Zonder oordeel of tegenwerking mogen ze zijn wie ze zijn. Datzelfde geldt voor ons gemoed.
Het dringt tot mij door dat de periodes tussen een heftige emotie steeds groter worden en het diepe gevoel van wijsheid en liefde dat in ieder moment aanwezig is veelvuldig voorkomt. Met dit inzicht wortelt dit advies dieper in mij: “Vergeet de humor niet, als jouw demon tevoorschijn komt.”
Opgelucht haal ik weer adem. De machteloze woede is spoorloos.
juli/augustus 2022